Hoe ?

 

Door middel van (geassisteerde) autogene drainage en verlengde expiratie bij baby's en jonge kinderen kunnen we slijmen losmaken om vervolgens geassisteerd op te hoesten. Hierbij gaan we met de handen druk geven op de borstkas om op die manier het ademhalingspatroon te beïnvloeden. Bij oudere kinderen worden actieve en correcte ademhalingstechnieken aangeleerd. Tevens komen ademhalingsspelletjes aan bod waarin de uitademing wordt verlengd bij kinderen: bv. gebruik van veren, watjes, ping-pong balletjes, zakdoekjes, flesblazen, zingen, lachen,…

 

Door het kind te behandelen op de schoot van de therapeut die op een zitbal zit, maken we gebruik van het bouncing effect. Door de ritmische op-en neerwaartse bewegingen, verkrijgen we snellere en ritmische uitademingen waardoor de slijmpjes makkelijker loskomen. Uw kind wordt hier vaak ook rustig door en laat zijn ademhaling dan vaak beter moduleren.

 

Het aanleren van een goede neusspoeltechniek aan de ouders kan ook deel uitmaken van de behandeling. Bij baby’s en kinderen regelmatig de neus spoelen is belangrijk om nieuwe en uitbreidende luchtweginfecties te voorkomen. De neus is een eerste barrière voor virussen en bacteriën. Slijm dat daar blijft zitten kan de bron zijn voor verdere infectie van oren, sinussen en onderste luchtwegen.

 

Soms kan het ook nodig zijn om gebruik te maken van hulpmiddelen zoals thoracale velrobanden om de borstkas te verkleinen en een lager ademniveau te bekomen. Soms gebruiken we ook een flutter of PEP masker om tegen een druk uit te ademen zodat de luchtwegen beter opengehouden worden en de lucht makkelijker achter de slijmen in de diepere luchtwegen geraakt.

 

In therapie wordt zowel gebruik gemaakt van de principes van Chevalier als van Postiaux.