Psychomotoriek
Bij wie ?
Psychomotoriek wordt aangewend bij kinderen met een milde neuromotorische stoornis zoals DCD (Developmental Coordination Disorder, motorische coördinatiestoornis) of bij kinderen met een motorische ontwikkelingsachterstand waarin grove en/of fijne motoriek geoefend moet worden.
Dit kan nodig zijn bij reeds gediagnosticeerde kinderen met DCD, ADHD of autisme. Maar dit kan evengoed ook nodig zijn bij niet-gediagnosticeerde kinderen die bv. problemen kunnen hebben met evenwicht, coördinatie, fijne motoriek, schrijfmoeilijkheden hebben,…etc.
Wat is psychomotoriek?
Bij psychomotoriek gaan we fijne en grofmotorische vaardigheden gaan aanleren, stimuleren of verfijnen. In de term ‘psychomotoriek’ zitten de begrippen ‘psyche - geest’ en ‘motoriek - bewegen’ vervat. In psychomotoriek staan 3 aspecten centraal die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: motoriek, cognitie en emotie/sociale context.
In psychomotorische therapie nemen we de motoriek als uitgangspunt om veranderingen te bekomen op vlak van motoriek (bijvoorbeeld schrijven) en gaan we automatisch ook invloed uitoefenen op de cognitieve ontwikkeling (bijvoorbeeld door het visueel-ruimtelijk inzicht of lichaamsbesef te verbeteren) en op de de sociaal-emotionele beleving van het kind (bijvoorbeeld door het zelfvertrouwen te stimuleren). De algemene ontwikkeling van het kind wordt dus gestimuleerd.
Therapie
Na een uitgebreide testafname (pscyhomotorisch onderzoek) wordt voor ieder kind een individueel therapieprogramma op maat uitgewerkt. We vertrekken de therapie steeds vanuit de hulpvraag van het kind, de ouders of de school. Zowel schoolse taken als activiteiten uit het dagelijkse leven die moeilijk lopen worden spelenderwijs geoefend.
Uw kind kan bijvoorbeeld problemen ondervinden met:
-
Dagelijkse taken zoals aan-en uitkleden, veters strikken, manipuleren van bestek, trappen opstappen,…
-
Grove motoriek zoals evenwicht (frequent vallen), springen, oog-coördinatie, fietsen, zwemmen,…
-
Fijne motoriek zoals manipulatie van kleine voorwerpen, kleuren, knippen,…
-
Schrijfmotoriek en voorbereidend schrijven bv. foutieve pengreep, niet leesbaar schrijven, problemen met lettervorming, te laag schrijftempo, kramp bij het schrijven,…
-
Visueel-ruimtelijk inzicht zoals puzzelen, ruimtelijke begrippen, constructies namaken,…
-
Coördinatie en lateralisatie bv. problemen met handvoorkeur
-
Motorische planning en organisatie
-
Aandacht en werkhouding
​